Hoe de onderhoudsplanning hét voorbeeld van Omgevingswet-denken werd
Het beheervak is mateloos interessant geworden door de onderhoudsplanning en integraal werken. Hoe lang blijf je wachten met een vervanging, wanneer ga je wel eerder vervangen en hoe zwaar weegt een regenwaterknelpunt ten opzichte van een slecht wegdek in je planning? De onderhoudsplanning is het ultieme voorbeeld geworden van integraal werken en Omgevingswet-denken. Hoe is het zo ver gekomen?
Van sectoraal naar integraal in drie stappen
Programmeren van groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte was ooit makkelijk. Uit inspecties bleek dat het groen vooral aardetinten heeft en er gaten in de weg zaten. De beheerder plande het onderhoud in en de aannemer bracht het terug naar de oude situatie.
- En toen riep iemand dat we beter integraal konden gaan werken. Integraal met de kapitaalgoederen van de gemeente. Groen, riolering en verharding tegelijk vervangen. Niet altijd ideaal. Het groen was nog groen genoeg, maar de beheerder van verhardingen schoof een beetje op en de gemeente was goedkoper uit op de lange termijn.
- En toen riep iemand anders dat het nog integraler moest en bedacht de term meekoppelkans. Er zijn namelijk ook nog andere partijen met kapitaalgoederen in de openbare ruimte. De nutsbedrijven gaan ook meekoppelen. En weer schuift de beheerder een beetje met de planning. Een weg blijft wat langer liggen en de riolering wordt iets eerder vervangen om aan te sluiten bij een gassanering.
- En toen kwam de biodiversiteit onder druk te staan, veranderde het klimaat, draaiden we de gaskraan dicht en ging de beleidsafdeling een omgevingsvisie maken. Een weg die tien jaar geleden is aangelegd, blijkt niet meer klimaatbestendig op basis van nieuwe voorspellingsmodellen en de beheerder wordt gevraagd om dit even op te lossen. Kostenneutraal het liefst.
En tegenwoordig komt een meerjarenprogramma pas tot stand door af te stemmen met collegabeheerders, externe partijen met kapitaalgoederen, beleidsafdelingen, provincies, waterschappen en woningbouwcorporaties.
Flexibele politiek
Als het vervolgens lukt om een meerjarenprogramma te maken, wordt dit vaak jaarlijks voorgelegd aan de gemeenteraad. Als de gemeenteraad dan beslist dat een winkelcentrum van tien jaar oud toch beter eerst vernieuwd kan worden, maar het budget hetzelfde blijft, kan je weer terug naar de onderhandelingstafel…
En als de projectenlijst door de raad komt, komt het participatieproces op gang. Vroeger werd de openbare ruimte vaak weer exact hetzelfde teruggelegd, maar nu denken belanghebbenden mee over een nieuw integraal ontwerp. De voorbereidingstijd, de ambtelijke inzet en de kosten nemen toe en de planning wordt weer iets opgeschoven.
Programmeerregels
En dit alles bij elkaar is ongelooflijk complex en interessant. Er ontstaat onderhandelingsplanologie waarbij er samen wordt gezocht naar een optimum en iedereen een beetje opschuift om planningen te laten aansluiten en waarbij financiële afspraken worden gemaakt over de compensatie van desinvesteringen.
Het is een proces dat zich niet laat vangen in simpele regels, maar teleurstelling ligt op de loer als er geen goede afspraken worden gemaakt. Afspraken over de maximale termijn van vertragen en versnellen, afspraken over budgetten en afspraken over de weging van ambities. Onderhoud aan de openbare ruimte is gebaat bij stabiliteit, maar integraal werken is gebaat bij flexibiliteit. Een succesvolle integrale onderhoudsplanning vereist heldere kaders.
Laten wij daar nou net heel veel ideeën over hebben in de vorm van innovatieve integrale strategische beheerplannen, prioriteringsmethodieken die leiden tot onderbouwde meerjarenprogrammeringen en opleidingen om de beheerder van de toekomst op te leiden.
Nieuwsgierig? Meld je aan voor de kennissessie programmeren op 16 september 2021, lees hier meer informatie.
Adviseur PLANTERRA
Contact
Samen nadenken over de meerjarenprogrammering? Neem contact op met onze adviseur openbare ruimte Jeroen Bruinenberg: jeroen.bruinenberg@planterra.nl.
0 comments on Hoe de onderhoudsplanning hét voorbeeld van Omgevingswet-denken werd