6 clichés die bewijzen dat je niet zonder Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte kan

‘We werken al lang aan een klimaatadaptieve, inclusieve en gezonde stad’, is een veelgehoorde uitspraak van beheerders bij het opstellen van Integrale Beleidsplannen Openbare Ruimte. ‘En de openbare ruimte ligt er prima bij.’ Waarom zou je dan nog een Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte schrijven? Collega Jeroen Bruinenberg legt het uit aan de hand van 6 andere veelgehoorde uitspraken.

1. ‘Beheer is niet sexy’

In een IBOR maken we aan het college, de gemeenteraad en overige inwoners duidelijk waarom de openbare ruimte in jouw gemeente zo ontzettend belangrijk is. En welke rol beheer daarin speelt in zowel het onderhoud als in de vervanging en herinrichting van de stad. Samen beschrijven we dat beheer bijdraagt aan een veilige, gezonde en aantrekkelijke leefomgeving, ook in de 95% van de gemeente waar niet de komende jaren veel geld wordt geïnvesteerd…

2. ‘Hoeveel weet ik niet, maar ik weet wel dat we structureel te weinig geld hebben om de openbare ruimte te onderhouden.’

In een IBOR rekenen we altijd door wat het kost om de totale openbare ruimte conform de ambities te onderhouden. Op basis daarvan kan er een financiële strategie worden opgesteld om de begroting sluitend te krijgen. De kwaliteitsambities kunnen worden verlaagd, de raad kan het budget structureel verhogen en ook met het goed uitvoeren van de regels van het BBV kan tijdelijk ruimte worden geschept in de exploitatiebegroting.

3. ‘We doen ergens wel iets met biodiversiteit.’

De ene beheerder vindt het ontzettend belangrijk om aan biodiversiteit te werken, terwijl de andere houdt van strakke gazons. Door een IBOR te maken voorkom je willekeur van individuele beheerders en zorg je voor een gezamenlijke visie en gezamenlijke doelstellingen die gebaseerd zijn op de gemeentelijke ambities en opgaven zoals beschreven in de omgevingsvisie.

4. ‘We zouden ook iets moeten doen met beleving.’

In een Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte leg je kwaliteitsambities vast voor de openbare ruimte. Dat kan op basis van beeldkwaliteit, technische kwaliteit en risico’s. Steeds vaker wordt ook gesproken over beleving en de bruikbaarheid van de openbare ruimte. Niet het beeld of de asfaltscheur staat voorop, maar de wensen en de beleving van inwoners. In een IBOR leggen we doelstellingen vast en beschrijven we een werkwijze om daadwerkelijk te sturen op beleving.

5. ‘We komen in projecten altijd geld tekort voor het realiseren van ambities.’

In een IBOR leg je ambities en kaders vast voor het onderhoud en de inrichting. We koppelen deze altijd aan de maatschappelijke opgaven die zijn beschreven in de omgevingsvisie. We maken daarmee duidelijk dat een nieuwe toekomstbestendige openbare ruimte ook meer geld kost, omdat er klimaatadaptieve of gezondheidsstimulerende maatregelen moeten worden genomen. Op basis van berekeningen weten we wat de gemiddelde procentuele prijsstijging is van het meenemen van deze ambities. Zo zorg je ervoor dat je ramingen niet consequent te laag uitvallen en je weer terug moet naar de raad.

6. ‘De politiek heeft geen structurele aandacht voor beheer’

Een IBOR is een ideaal plan om de gemeenteraad mee te nemen en mee te laten beslissen over de kwaliteit van de openbare ruimte. Hiermee neemt de aandacht voor beheer al toe, maar door ook nog een aantal goede indicatoren op te nemen in de P&C-cyclus komt beheer structureel terug. In deze wordt op dit moment echter zelden aandacht besteed aan het beheer van de openbare ruimte. Er worden soms algemene tevredenheidscijfers getoond van Waar staat je gemeente, maar aan de uitkomsten worden geen conclusies verbonden. In een IBOR leggen we de meetbare en ook beïnvloedbare kwaliteitsambities vast.

Contact

Samen nadenken over een Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte voor jouw gemeente? Neem contact op met onze adviseur Openbare Ruimte, Jeroen Bruinenberg.