Hoe Tilburgse beheerders het handboek gebruiken om los te laten
Een dik handboek met gedetailleerde regels over de gewenste inrichting van de openbare ruimte. Veel gemeenten hebben het: in een donkere lade met een dikke laag stof. De gemeente Tilburg pakt het anders aan. In het nieuwe digitale Handboek Inrichting Openbare Ruimte willen ze vooral de creativiteit van de markt benutten. Michael van Hoof, contractmanager gemeente Tilburg en Marco Hommel, directeur PLANTERRA, bespreken wat er gebeurt op het moment dat je loslaat en de interactie opzoekt met de markt.
Hommel spreekt over een andere manier van richtlijnen voorschrijven, een verandering van hoe-richtlijnen naar wat-richtlijnen. ‘In de eerste vertel je hoe het gedaan moet worden. Vakspecialisten weten wat werkt en dat schrijven ze voor in de handboeken, een SMA 06-deklaag voor de wegen bijvoorbeeld. Wanneer je de wat-vraag als leidraad neemt, dan schrijf je een richtlijn voor waarin je stelt dat een deklaag minstens vijftien jaar goed moet functioneren. Welke techniek of welk mengsel daarbij wordt toegepast, is dat in beginsel irrelevant. Dat is in essentie functioneel of oplossingsvrij specificeren wat vaak wordt toegepast in UAV-GC.’
Van de hoe naar de wat
‘Oplossingsvrij specificeren past precies binnen onze gemeentefilosofie’, zegt Van Hoof. ‘We zijn vaak veel tijd kwijt met het opschrijven van de details voor de uitvoering van het project. Als je het versimpelt en enkel vraagt wat je wil, dan is dat in theorie veel efficiënter. Je boort de creativiteit van de markt aan en dat is een groot goed.’
Van Hoof erkent dat de markt wel moet leren werken volgens deze principes. ´Vooral in het begin merkten we dat we veel meer vragen krijgen als we oplossingsvrije uitvragen doen. We zijn op zoek naar de juiste afbakening´, zegt Van Hoof. Bang voor foute aannemers die de mazen in de wet zoekt, is Van Hoof echter niet. ´Ik ben van mening dat de aannemer die het werk het best doorgrond en het beste plan opstelt, vaak ook de beste prijs indient. Als een aannemer de risico´s goed kan inschatten, dan weet hij op welke manier dit het meest efficiënt uitgevoerd kan worden.’
Voorschrijven of loslaten voor beheerders
Gelijktijdig met de oplossingsvrije ambitie is de gemeente Tilburg bezig met de implementatie van een nieuw digitaal Handboek Inrichting Openbare Ruimte. ‘We hebben nu een heel dik handboek met tal van standaardoplossingen. Het is niet gebruiksvriendelijk’, zegt Van Hoof. ‘De digitalisering van het handboek is een uitgelezen kans om af te stappen van de standaardoplossingen en de kracht van de markt te benutten, daarbij wordt niet alles zomaar losgelaten.’
Van Hoof: ‘Vanuit gebruik en uitstraling maken we als gemeente een keuze voor een bepaalde inrichting van de openbare ruimte. In de binnenstad willen we alleen maar zwarte prullenbakken, dat willen we niet oplossingsvrij specificeren. Hetzelfde geldt voor VRI`s. Daar hebben we bepaalde types nodig die met elkaar moeten kunnen communiceren met een centraal punt. Als we zaken voorschrijven heeft dat vaak te maken met uniformiteit of technische specificaties.´
Korte duidelijke richtlijnen
Van Hoof ziet echter ook voldoende mogelijkheden om los te laten. ´Verharding en rioleringsoplossingen zijn mooie voorbeelden. We willen graag dat de markt ons verrast met betere, duurzamere funderingen en onderlagen. Of dat aannemers een originele manier vinden om water op een natuurlijke wijze af te voeren. Dit soort afwegingen maken we met de vakspecialisten.´
Hommel: ‘De gemeente Nijmegen heeft op een gegeven moment zelfs geroepen dat ze maximaal tien richtlijnen willen per productgroep. Dat was misschien te enthousiast, maar de boodschap hiervan was heel goed. Je wil een korte en duidelijke set met richtlijnen die je kunt afvinken en dat zijn niet driehonderd richtlijnen.’
Organisatieverandering en de Omgevingswet
Als startpunt voor de afwegingen voor de beheerafdeling organiseerde Tilburg Waar-lig-ik-wakker-van-sessies. ‘Aan vakspecialisten is gevraagd welke dingen je nou echt wilt voorschrijven. De dingen die je ’s-nachts wakker houden als ze niet zijn geregeld. Die dingen moet je vastleggen en de rest moet je zoveel mogelijk omvormen tot wat- en waarom-vragen’, zegt Hommel.
Hommel: ‘Dat vereist ook een andere werkwijze van de vakspecialisten. Ze moeten denken vanuit de bedoeling. Het past ook perfect in de lijn met de beoogde cultuurverandering die de Omgevingswet hoopt te bewerkstelligen. Oplossingsvrij specificeren vereist meer vertrouwen in de markt, maar het is ook een communicatievraagstuk. De regels worden duidelijker opgeschreven, zijn makkelijk raadpleegbaar en veel beter beargumenteerd. Dat maakt de combinatie HIOR en oplossingsvrij specificeren waardevol.’
Betonnen geluidswal
Het mooiste voorbeeld van de creativiteit van de markt vindt Van Hoof de geluidsscherm langs de Puccinilaan. ‘Daar hebben we de vraag gesteld aan de markt om een houten geluidsscherm te vervangen. Wanneer we het zelf zouden voorschrijven, dan zou er een houten constructie terugkomen. Nu kwam een aannemer met een voorstel voor een piepschuimconstructie die werd afgewerkt met beton. De geluidsreductie was drie keer zo hoog en de oplossing paste binnen het kostenplaatje. Daar hoop je op.’
Functioneel specificeren met HIOR.nl
In HIOR.nl voeren vakspecialisten richtlijnen in op basis van een drietrapsraket. In de eerste stap moeten ze in een Twitter-tekst uitleggen wat ze willen, vervolgens geven ze in het veld eronder aan waarom ze dat willen en eventueel kunnen ze als derde stap inspiratie bieden over mogelijke oplossingen. In de ouderwetse handboeken wordt vaak alleen een oplossing zeer gedetailleerd beschreven, dat voorkom je met deze opbouw.
0 comments on Hoe Tilburgse beheerders het handboek gebruiken om los te laten