Maak jezelf wegwijs in het beheervak met ons Woordenboek Openbare Ruimte

Elk vakgebied heeft zijn jargon en het beheer van de openbare ruimte vormt daar geen uitzondering op. In tegendeel. Voor mensen die net beginnen in het beheervak kan het een hele uitdaging zijn om te navigeren door het woud van afkortingen, bijzondere begrippen en vakspecifieke voorwerpen. Zelfs voor ervaren collega’s blijft het soms zoeken naar de betekenis van bepaalde termen. Daarom hebben we bij PLANTERRA het Woordenboek Openbare Ruimte in het leven geroepen, opdat een ieder makkelijk de betekenis kan achterhalen van een afkorting, een begrip of een voorwerp in ons werkveld.

Hieronder een greep uit de definities:

• ALIB: ook wel ALI-B, Automatische Lichteninstallatie met Bomen; beschermde spoorwegovergang
• Beschoeiing: ook wel oeverbeschoeiing, grondkerende constructie die afkalving van de oever moet voorkomen
• Bosschage: groepje bomen, bosje; niet te verwarren met ‘bossage’ (van ‘bosseren’) dat een vorm van steenbewerking is
• Drachtboom: ook wel drachtplant, boom die in de vorm van nectar of pollen voedsel levert aan insecten
• Dwarsscheur: scheur die min of meer loodrecht op de as van de weg staat
• Holle heester: oude heester die van binnen bladloos is en veel dood hout heeft
• IBOR: Integraal Beheer(plan) Openbare Ruimte
• Mupi: reclamebord dat van binnenuit verlicht wordt
• Opschot: uitlopers die vanuit de wortels groeien en zich buiten de hoofdstam om ontwikkelen
• Remplaceren: groepsgewijs vervangen van verlichting
• Spoelgat: gat in de grond dat ontstaat door stromende vloeistof
• VRI: verkeersregelinstallatie; verkeerslichten

Heb je nog een leuke aanvulling voor ons woordenboek? Stuur een definitie van je favoriete afkorting, vakterm of voorwerp naar ons op!